Kimswerd

Hoe is de naam "de Moudekrûpers" voor ons Kimswerders eigenlijk ontstaan?

Voorheen hadden bewoners van steden en dorpen scheldnamen. Althans dat was de inzet. In Harlingen waren de inwoners Tobbedansers en in Arum De Katten genoemd. In Bolsward waren het Oliekoeken, in Franeker weer wat anders en zo waren de Kimswerders De Moudekrûpers. Een schimpnaam echter was altijd een naam waar wat achter stak. 

Vroeger moesten de meeste Kimswerders hun brood verdienen uit de opbrengst van het bouwland. Deze mensen waren bijna het hele jaar op hun akkers bezig. In de herfst ploegen, in het voorjaar zaaien en poten en in de zomer wieden en in de herfst oogsten. De grond in Kimswerd is zeer licht en vruchtbaar. Deze grond wordt zavelgrond genoemd en is de vruchtbaarste grond die er bestaat. Als je in het voorjaar deze grond gaat eggen, krijg je een prachtige losse bovenlaag. Het is dan bijna stof en die grondlaag wordt in het fries moude genoemd. De ideale grond voor de aardappelteelt. 

In Kimswerd werden veel aardappels verbouwd en als die gepoot moesten worden, gebeurde dat op de knieën, men moest kruipen. Massaal trokken mannen en vrouwen in het voorjaar naar de akkers en zorgden ze ervoor dat de pootaardappels zeer zorgvuldig werden gepoot. Dat gebeurde ook weer met het rooien.

De omgeving was echt jaloers op de vruchtbare Kimswerder grond en noemden de Kimswerders De Moudekrûpers.       Ze waren volgens hen altijd aan het kruipen en in de grond aan het wroeten. In de ogen van de buurdorpen was moudekrûper een schimpnaam en scheldnaam. De Kimswerders zagen het als een erenaam, een soort troetelnaam, waar ze zeer trots op waren.

Ze wisten om de drommel, dat hier de opbrengsten, de smaak en de kwaliteit van de aardappels ver boven het gemiddelde lagen en daar waren ze super trots op. Als Kimswerders uitgescholden werden als vieze Moudekrûper, deed hun dat niets, want zij hadden op een eerlijke manier hun geld verdiend.

Reinder.